Skip to main content

Wat is Infrarood straling?

In het universum hebben we het  electromagnetisch spectrum zoals hierboven afgebeeld. Aan de linkse kant staan de korte kosmische golven en aan de rechtse kant de lange radiogolven. Waar de UV-straling stopt begint het zichtbare licht met de herkenbare kleuren van de regenboog. Net achter het zichtbaar licht ligt de infraroodstraling, net na het rode licht, vandaar de naam infraroodstraling.

Deze golflengtes van het infraroodgebied kunnen nog onderverdeeld worden in 3 soorten straling. De kortste golven noemen we het nabije-infrarood. Deze zenden nog rood licht uit. De middelgrote golven noemen we logischerwijs middel-infrarood. De langste golven noemen we ver-infrarood. Deze laatste zijn voor ons interessant voor het verwarmen van huizen, kantoren, industrieën, dierenverblijven, …  De korte golven zijn deels voor ons ook interessant maar dan voor andere toepassingen zoals terrasverwarming, mobiele verwarmers, … Kortom toepassingen waar een grote hoeveelheid warmte gewenst is.

Waarom geeft infrarood straling warmte?

We kennen allemaal de grootste bron van infraroodstraling. Dat is de zon. Alleen brengt deze ook de schadelijke UV-straling met zich mee. Maar de overdracht van warmte afkomstig van de zon is te vergelijken met de infrarood verwarming van onze producten. Straling heeft dikwijls een negatieve klank maar infraroodstraling is niet schadelijk voor de mens, noch voor de natuur. De stralingsbron zendt infraroodstralen uit. Deze stralen komen op een object terecht. De moleculen in dit object gaan vibreren door de energie in de straling en gaan het object opwarmen. Het object gaat op zijn beurt infraroodstraling uitstralen naar andere objecten en die op hun beurt opwarmen. De lucht wordt dus niet opgewarmd maar de objecten waar de straling op terecht komt. Dat is dan ook de reden dat wintersporters bij een temperatuur rond het vriespunt toch in een t-shirt op een terras kunnen zitten. Een ander voorbeeld van infraroodstraling:  wanneer je op een zomeravond, als de zon weg is, wandelt naast een gevel. Dan voel je dikwijls warmte. Dit is de gevel die opgewarmd is en die de infraroodstraling afkomstig van de zon voor een stuk terug uitzendt. Vandaar dat het tussen de huizen meestal warmer is dan in de velden.